Het raakte me erg,
het doet me aan iets denken.
de tranen die toch weer kwamen,
het voelde niet echt fijn.
Al luisterend naar ronaald baarda,
ik vind hem onwijs mooi.
Maar het is nu niet het moment,
ik denk aan de tijd van toen.
De tijd dat ik opgesloten zat,
de tijd van de opname.
Heel alleen in een kamertje,
die plek van vele tranen.
Daar waar ik geen familie zag,
ver van huis heel allleen.
Opstandig en zo verdrietig,
daar waar ik mezelf ernstig snee.
Waar ik moest eten,
de plek waar mensen opstandig en verdriet hebben.
Die mensen die zichzelf niet meer kennen,
het doet me veel pijn en verdriet.
Hoe kwam ik daar zo terecht,
ik weet het had zo moeten zijn.
Maar waarom vraag ik mezelf toch af,
altijd maar lachen en genieten.
En dan is alles in een keer over,
zo op een dag is me leven weg.
En zat ik daar maar op een kamertje,
heel alleen luisterend naar ronaald baarda.