- Ik wil je -
lachend nemen, de waarheid
diep in mij, terwijl mijn vingers
zingend spelen om de ruzie,
tussen jou en mij. De noten
hoog en schril, het vechten,
het gegil. Terwijl de uren
hangend sterven, door
de scherven die ik lijd,
terwijl jij ongestoord,
verder met mijn lichaam
en geest, geniepig vrijt.
- Ik wil je –
hoef niet meer te vragen,
je biedt je gewillig aan,
als ik met mijn vingers
langs je gefluister
durf te gaan en ik niet
langer kan negeren,
jouw spreken in mijn lijf
en ik smeek jouw ijzeren hand
te houden, als ik
met mijn lippen
over jouw perfectie
wrijf.