Een vlieger.
Een vlieger, gaat omhoog door de wind.
Vaak in de handen van een kind.
Een vlieger, in de lucht.
Hoger en hoger in een zucht.
Een vlieger laat zich door mensen besturen.
Het ligt aan de wind, of dit spel uren kan duren.
Een volwassene wordt ook weer kind.
Als hij die vlieger bestuurt in de wind.
Wat is een vlieger nou.
Een stuk stof aan een touw.
Wat stokjes hier en daar.
En ja je vlieger is klaar.
Maar de gevoelens die een vlieger je geeft.
Als hij zich hoog in de lucht begeeft.
Bij groot en klein, een glimlach op het gezicht.
En zeg nu zelf dat is toch het mooiste gezicht.
Kijk eens goed naar die vlieger aan dat touw.
En bedenk dan maar eens heel gauw.
Met een vlieger toch zo'n groots gevoel.
Kijk naar de mensen die ze besturen en zie wat ik bedoel.