Ik had een gave.
Mijn grootste gave was het zingen. Door een genetisch toeval had ik een formidabele zangstem meegekregen.
‘Een gave van God.’ Zei mijn oom Robert altijd. Hij was katholieker dan de paus en sloeg een kruis bij elke kerk die hij met de tram voorbij reed. Nochtans was de goede God hem niet zo genadig geweest. Tijdens zijn eerste levensjaren had mijn oom kinderverlamming gehad, waardoor één been niet volledig meegegroeid was en verlamd bleef, zodat hij een soort gareel om zijn slecht been droeg en een stok nodig had om te kunnen lopen.
Ik zong iedere aria uit de opera. Vooral populaire liederen uit die tijd, zoals Granada, Catharine en het Ave Maria, behoorden tot mijn repertoire. Ook met levensliederen, kon ik met mijn kristalhelder kinderstemmetje, de mensen tot tranen toe ontroeren
De levensliedjes leerde ik van moeder. Bij haar huishoudwerk, zong zij van de ochtend tot de avond. Soms waren het vrolijke, dan weer droevige liedjes, die vertelden over een meisje dat in een donkere gracht terechtkwam door haar spel met een bal. Ook een lied dat ging over scheiden doet lijden. Vooral de pasage in het lied, van de baas die zijn hondje naar het asiel moest brengen, greep mij geweldig aan. Steeds opnieuw, wanneer ik het hoorde of zelf zong, kreeg ik een brok in mijn keel en kon het gebeuren dat er tranen over mijn wangen liepen.
Thuis, kweelde ik de ganse dag. Ik zong de liedjes mee met moeder. ’s Zondags luisterde ik naar ‘Belcanto’ op de radio. Het was een programma op ‘Vlaams Brussel’ waar opera’s en operettes aan bod kwamen. Daarbij studeerde ik een klassiek repertoire in. Ik zong mee met Caruso, Benjamino Gigli, of Jozef Schmit en ik merkte algauw dat ik zelfs de hoogste noten met gemak aankon.
Ik zong ook op het terras van ons appartementje, terwijl ik met een tol of knikkers speelde.
Dat terras bevond zich aan de achterzijde van onze woning en gaf zicht op de kleurige bloementuin waar madeliefjes tussen rozen bloeiden.
De buren stonden op hun terras te luisteren en vroegen vaak om dit of dat lied nog eens te zingen.
Ik liet mij telken eerst een tijdje pramen maar dan volgde het verzoeknummer.
Een keer in de maand kwam er in onze straat een blinde accordeonist. De man speelde dan enkele liedjes op zijn trekorgel. Daarna ging zijn vrouw met een bekertje rond om centjes te bedelen. Sommige mensen hingen uit het raam en wierpen wat geld naar beneden.
Wanneer ik op dat moment buiten speelde werd mij altijd gevraagd om mee te zingen, wat ik graag deed. De blinde begeleide mij dan en zijn vrouw haalde die dag dubbel zo veel op.
Mijn vader dronk veel. Dikwijls als hij weer eens zat thuis kwam, sleurde hij mij mee naar de kroegen waar hij over mijn zangkunst had gesnoefd. Ik werd dan op de tafel of toog gezet en moest voor de zatte dweilen die in het café zaten zingen.
Als ik weigerde en begon te wenen, ging de grote hand van vader dreigend de hoogte in. Met een krop in mijn keel zong ik dan met een bevend stemmetje mijn lied. Daarna werd er door het gezelschap verder gezopen. Ik lag dan ergens in een hoekje te slapen, een tijd later werd ik wakker geschud om naar de volgende kroeg te trekken. Met een keel, kapot van de sigarettenrook en vermoeidheid, stond ik weer wenend te zingen.
De volgende dag werd ik de klas uitgezet omdat ik tijdens de les in slaap was gevallen of vervelend deed.
De weekends gingen mijn ouders, tante Lisa en oom Robert vaak een pintje drinken en een kaartje spelen in ‘Den Bierstal’ in het klapdorp of soms in ‘De Pik’ in de Lange Winkelhaakstraat in Antwerpen.
Ik kreeg de schrik op mijn lijf als vader een glas teveel had gedronken, want dan moest ik weer zingen.
Gewoonlijk na veel aandringen, het beloven van snoep tot speelgoed, en tenslotte eindigend met een draai rond mijn oren. Dan werd ik op een weer eens op een cafétafeltje gehesen en begon ik, nog half snikkend en bevend, Granada te zingen.
De opvoering eindigde altijd met een geweldig applaus van de cafégangers die mijn prestatie subliem vonden.
Dan kwam voor mij het ergste van alles. Ik moest met vaders pet rond gaan in de gelagzaal. Het opgehaalde geld werd altijd overgemaakt naar een goed doel , gewoonlijk was ‘Sana De Mik’ de begunstigde. Dat was een sanatorium voor dokwerkers.
De volgende dag kon men dan in de krant lezen omgehaald na het zingen, door (Ro)ger (Va)n (Go)ethem in Café ‘Den Bierstal’ 300fr ten voordele van ‘Sana de Mik’.
Het met de pet rond gaan was een ware marteling voor mij. Oude als hoeren geschminkte oude wijven die stonken naar chanel 5 en vermout, moesten een zoentje voor ze iets in de pet wilden deponeren. Wat kon mij dat klote geld verdommen! Dronken pedofielen maakten van de gelegenheid gebruik om eens in mijn kontje te knijpen of eisten soms dat ik op hun schoot kwam zitten om mij te vertellen welke prachtige toekomst mij te wachten stond als ik maar naar hun goede raad luisterde. Soms voelde ik hun stijve tegen mijn dijen duwen dan kon ik niet vlug genoeg van recht springen. Mijn ouders merkten niets van de smeerlapperij die er al te vaak gebeurde, zij werden op die momenten steeds omringd door een schare van bewonderaars die hun feliciteerden met het talent dat zij op de wereld hadden gezet.
Toen ik wat ouder werd konden de klappen van pa mij niets meer schelen ik zong niet meer in het openbaar.
Ik heb nog altijd een goede opera stem, ik heb er nooit iets mee kunnen aanvangen want tussen mijn twee oren was mijn talent kapot gemaakt.
Pa als je mij van daarboven hoort, hebt nooit geweten hoe erg het voor mij was… Het is je vergeven.
| Mathilde: | Maandag, oktober 09, 2006 22:06 |
daar word je even stil van. en het ook nog zo kunnen schrijven... subliem! liefs, mathilde |
|
| sunset: | Maandag, oktober 09, 2006 13:29 |
| OOk hier met stille aandacht - ook wegens grote delen herkenbaarheid - gelezen. Subliem gebracht. Liefs en nog een fijne herfstmaandag, sunset |
|
| switi lobi: | Maandag, oktober 09, 2006 10:02 |
| Met een brok in mijn keel gelezen... Dikke knuffel, liefsliefs....switi lobi |
|
| fran92: | Maandag, oktober 09, 2006 07:35 |
| angrijpend stilmakend dit.. liefs en knufs fran92 |
|
| Artifex: | Maandag, oktober 09, 2006 07:27 |
| Heel aangrijpend verhaal. Met bewondering gelezen. Liefs, Artifex. |
|
| hiljaa: | Maandag, oktober 09, 2006 06:54 |
| aangrijpend! knufleifs--hiljaa-- |
|
| fortuna: | Maandag, oktober 09, 2006 01:45 |
| een pakkend vloeiend leesbaar verhaal. Groetjes |
|
| mums: | Maandag, oktober 09, 2006 00:43 |
| moest toch even slikken bij dit aangrijpende verhaal. Dit heeft je gemaakt tot wie je nu bent....een prachtmens..die laatste regels bevestigen dit.. liefs mums |
|
| bijouken: | Maandag, oktober 09, 2006 00:39 |
| Héél graag gelezen. Liefs ;) |
|
| lonely 1: | Maandag, oktober 09, 2006 00:38 |
| mooi verteld. liefs, lonely 1 |
|
| M@rcel: | Maandag, oktober 09, 2006 00:36 |
| Intens mooi geschreven, en eigenlijk heel jammer dat het zo heeft moeten lopen en dat je niet verder kond in de muziek wereld. Maar gelukkig heb je je tweede gave goed gebruikt want kun je wel heel mooi schrijven :-) Liefs M@rcel |
|
| Auteur: rovago | ||
| Gecontroleerd door: michris | ||
| Gepubliceerd op: 09 oktober 2006 | ||
| Thema's: | ||