Met de wind door m'n haren zoek ik jou
Bladeren vliegen rond me heen
Ik loop, loop recht naar jou,
ik weet zeker dat je me ook zoekt.
Daar sta ik dan, alleen
Ik sluit mijn ogen en wacht
Eeuwenlang lijkt het wel
De wind heft mijn hand op,
maar ik voel vingers die elkaar ontmoeten
Ik doe m'n ogen open
en daar stond je.
Ik lag verdwaald in jou armen
en we dachten hetzelfde
We keken elkaar aan,
muziek drong mijn oren binnen
Het was de wekker.