Het verjaardagsgeschenk
Zoals ik vroeger reeds schreef, in mijn jonge jaren werkte ik aan de haven; ‘de bassin’ zoals ze in het Antwerps zeggen.
Het was daar een bende wilden, die mannen onder elkaar. Zij werkten als paarden, deden jobs die men zich nu niet meer kan voorstellen.
Wat ik deed was grote zeeschepen herstellen.
Het omvatte alles, van patrijspoorten van nieuwe rubber voorzien, de schroef of het roer vervangen, tot de flappervalven van de toiletten vernieuwen.
Als ik er nu aan terug denk, hoe ik in het droogdok, op een stelling, meer dan vijftien meter hoog met een voorhamer van zeventien kilogram een propeller van vier meter doormeter lossloeg… Men kan het zich niet meer voorstellen. Nu gaat dat hydrolisch.
Het was een zwaar en gevaarlijk werk. De jongens die dit werk deden waren dan ook ruwe bonken.
Het was de gewoonte dat wij na het werk samen een pintje gingen drinken in Café ‘De Leugenaar’, om dan meestal na te bluffen over de jobs die wij die dag gedaan hadden.
Wij verdienden rijkelijk ons brood, op geld moesten wij niet kijken, dus de ene na de andere betaalde een rondje. Zo had je binnen de kortste keren een pilsje of vijf zes achterover gegoten.
Voor sommige was dat genoeg, voor andere te weinig.
Zeker als het loon uitbetaald werd, dat gebeurde toen in het café, waar er wel enkele die meer dan de helft van hun wedde opzopen en soms zelfs met lege zakken huiswaarts keerden.
Flup een toffe collega, een gespierde reus met de kracht van een olifant, een bink waarop je kon rekenen als het eens ergens mis ging. Hij was een van die jongens die moeilijk afscheid kon nemen van zijn stamkroeg.
Tot de vroege morgen bleef Flup doorgaan met zwelgen, maar als zijn shift begon was hij paraat. Flup functioneerde dan nog steeds alsof hij twaalf uur geslapen had.
Op het werk durfde Flup wel eens agressief doen als hij dronken was. Bij de werkmakkers pakte dat geen verf, niemand was er van een kleintje vervaard.
Thuis was zatte Flup een beest.
Op een keer ging het te ver Flup’s vrouwtje deed een zelfmoordpoging. Zij had haar hoofd in de oven gestoken en de gaskraan open gedraaid.
Gelukkig werd zij tijdig door een buurvrouw gevonden.
Flup, was onder de indruk want niettegenstaande zijn zuip en driftbuien hield hij van zijn Marieke.
Schatje, ik beloof het je op mijn knieën, ik drink geen druppel meer.
Flup hield zijn woord, één maand, twee maanden Flup ging na zijn werk regelrecht naar huis.
Dat was niet naar de zin van zijn drinkebroers.
“Toe Flup ga er mee ene pakken.”
“Neen gasten, ons Marieke wacht,” was altijd zijn antwoord.
Onder de toogplakkers, liep er zelfs een weddenschap van 1.000 bfr voor hij die Flup mee terug naar de kroeg zou krijgen.
Op een zekere middag, Flup stond met de late shift, hij had een mooi pak met een gouden strik bij zich.
“Wat zit daar in Flup?” klonk het van alle kanten.
“Een cadeautje voor ons Marieke, zij is jarig vandaag.”
“ Amaai, en mogen wij eens zien wat er in zit Flup?”
“ Neen, geen denken aan,” zei Flup.
“Allee, mogen wij eens door een spleetje van het papier zien, heel voorzichtig?”
“Neen smeerlappen, ik vertrouw jullie voor geen hesp, dat pak blijft dicht.” zei de reus, en hij stopte het geheimzinnige pak zorgvuldig in zijn kleerkast.
’s Avonds na het werk begon het gezeur opnieuw.
“Komaan, Flup mogen wij nu echt niet weten wat er in het pak zit.”
“Neen, klootzakken en lul nu niet meer.”
“Goed, wij vragen al niets meer, maar ga je niet even mee één pintje pakken. Vooruit eentje voor Marieke haar verjaardag.”
Na veel gebedel en gesmeek liet Flup zich toch overhalen.
“Eentje maar hé en dan ben ik weg,” hield Flup zich steevast voor.”
Het pak werd op de toog gelegd.
Na de vijfde pint werd het pak open gemaakt.
Er kwam een koekoeksklok te voorschijn.
“Dan kan ons Marieke zien dat ik altijd tijdig thuis kom,” meende Flup.
Een uur later stond grote Flup te zwijmelen met drie vogelpikpijlen in zijn hand.
De koekoeksklok hing aan de dartsblok. Telkens opnieuw werd het uurwerk op een halve minuut voor twaalf gezet en dan als koekoek naar buiten kwam mikten de schoften om beurten naar het vogeltje.
Binnen de kortste keren was het klokje brandhout. Wat werd er dan gelachen en Flup misschien nog het hardst.
Dat was in die tijd hun mannier van humor.
Dit is een waar gebeurd verhaal. Gelukkig zijn de tijden wat dat betreft veranderd… Dat hoop ik toch
| bijouken: | Donderdag, november 09, 2006 00:20 |
| Een prachtig verhaal. Ik ken dokwerkers van Antwerpen, ze zijn net zo, nog steeds. Graag gelezen. Liefs, knuffel van mij. |
|
| sunset: | Woensdag, november 08, 2006 17:55 |
| Ik kan me dat beeldend voorstellen (En zeker na jouw treffend verhaal). Liefs, sunset |
|
| Oorlam: | Woensdag, november 08, 2006 11:46 |
| :) | |
| going with de wind: | Woensdag, november 08, 2006 09:06 |
| wat prachtig geschreven lieve |
|
| Hilly N: | Woensdag, november 08, 2006 08:07 |
| Wat prachtig geschreven weer. Fijne dag en groet van Hilly |
|
| Reiger: | Woensdag, november 08, 2006 06:59 |
| En die arme Marieke maar wachten.... Weer een prachtig verhaal wat je hier met ons deelde.... |
|
| Littledolphin: | Woensdag, november 08, 2006 05:30 |
| dit is weer een prachtig verhaal, wat je hier met ons deelt, graag gelezen, liefs en een fijne dag, little | |
| lonely 1: | Woensdag, november 08, 2006 00:39 |
| weer een pracht van een verhaal, boeiend en mooi geschreven, liefs, lonely 1 |
|
| Berin: | Woensdag, november 08, 2006 00:31 |
| Wat boeiend verteld, maar eigenlijk wel een triest verhaal. Liefs, Berin. |
|
| beauty-angel: | Woensdag, november 08, 2006 00:22 |
| geweldig mooi verwoord zeg graag gelezen weer zo voor het slapen gaan liefs en truste knuffel |
|
| red one: | Woensdag, november 08, 2006 00:20 |
| gossie, wat een pracht verhaal weer, je weet het zo boeiend te schrijven ik zie t zo voor me!! liefs redje |
|
| Auteur: rovago | ||
| Gecontroleerd door: michris | ||
| Gepubliceerd op: 08 november 2006 | ||
| Thema's: | ||