Ik wilde weg!
ja ik fietste gewoon van jullie weg.
weg van dat gevoel.
je weet vast niet wat ik bedoel.
maar ik wilde er niet meer bij zijn.
het leek me gewoon veel beter zo.
weg van de pijn.
weg van jullie,
het klinkt hard.
weg van die eenzaamheid.
voor mijn gevoel werd het tijd.
het voelde zo goed toen ik het deed.
gewoon gaan.
gewoon weg.
het voelde perfect toen ik weg reed.
als we samen zijn,
dan voel ik me zo alleen.
dan denk ik waar kan ik heen.
ik wil gewoon weg, weg van jullie.
want wanneer we samen zijn.
zit ik vol eenzaamheid.
en wanneer ik alleen ben.
ben ik mijn eenzaamheid kwijt.
dan kan ik gewoon doen wat ik wil.
ja ik fietste kei en keihard van jullie weg.
niet oplettend wat jullie deden.
eerst heel voorzichtig niet te vlug.
maar toen kwam de brug.
ik vloog, weg van jullie.
voor mijn gevoel,
hoor ik er niet meer bij.
het is dat ik met jullie naar school rij!
fiets ik daar achter jullie
zo alleen.
en ik dacht ik wil weg,
waar dan ook heen,
ik ga!