Van Piet aan Paula
Piet zat te denken,
Wat zou ik aan paula kunnen schenken.
Een pepernoot of koek?,
Stinkt ze of is ze zoek.
Piet wist het even niet,
Hij werd daarom kierewiet.
Hij vroeg aan de sint,
Is ze nog een kind?
Sint zei heel erg blij,
Ze is niet van klei.
Maak haar is blij,
Geef haar iets voor haar collectie erbij,
Piet vroeg verbaasd,
Wat is haar collectie dan baas?
Sint zei heel droog,
Dat ie loog.
Maar piet had al een bietje wiet,
Dus waarschijnlijk stinkt het in de kiet.
Dus piet zei stoned,
Ik word niet gekloond.
Daarom vond piet ook niks mooi,
Zelfs geen kooi.
Sint zei geef die lieve meid ook wat nootjes,
Met peper of zonder peperkootjes.
Lekker chocolade ook nog erbij,
Dat past ook nog in de rij.
Dit gedicht is bijna af,
Nee die paula krijgt van ons geen straf
Daarom warmte voor jou,
Want dan vat je zeker geen kou.
Nounou zij piet,
Vergis je niet.
Sint gaat vaak vreemd,
Pas maar op dat ie jouw niet neemt.
Piet zei tegen sint,
Play niet als een kind.
Paula versier je toch niet vandaag,
Je overgiet haar met een chocoladelaag.
Sint zei Paula lijnt,
Dus hier is het eind.
Groeten van Piet en Sint