Winter
Het beeld van mijn surrounding,
Is als een beeld zonder verbinding,
Van een TV uit vroeger tijd
Terwijl ik,mij daar voort beweeg,
Door het ogenschijnlijk eindeloze,
Waar de tijd lijkt stil te staan,
Bevrijd
Omringd daar aan de branding,
Totaan de eindeloze horizon,
Vanwaar het zand begint
Totaan de duinenwelving,
Van de aarde tot de zon.
Daar wordt ik speels geheel verpakt,
Door tere kleine witte watjes,
Wonderlijk bevoren druppels,
Beneden nog geheel in takt,
Dwarrelend als veertjes,
Als kleine elfenkleertjes,
Beneden aanelkaar geplakt.
Het koude lijkt ineens zo warm,
Zo knus behaaglijk in de tijd,
Ik ben ineens door heel dit wonder,
Toekomst en verleden kwijt.
Ondanks mijn bewegen,
En m’n footprints in the snow,
Zijn er nergens meer nog wegen,
Een vrijheid heerlijk, o,o,oh.!
Rebelle