Trots laat je me je enorme spierballen zien
we kijken beide en lachen om het moment
Ik glimlach echter met een zuchtende traan
je weet niets van hoe sterk jij werkelijk bent
Je onverwoestbaar krachtige blik
met een glinstering van kwetsbaarheid
Een vrolijke jonge lach met oude ogen
van teveel, te vroeg, te jong, geen tijd
Zo fragiel doch sterk als een rots
Zo naief, echter voor niets blind
Zo jong maar wijs als de sterren
Zo speels, toch nooit echt kind
Je zou voor tikkers moeten rennen
niet voor angsten als je slapen gaat
In dromen waar papa zich omdraait
en elke nacht weer je hand los laat