Waar blijft die ongerepte vrouwenlach
Sinds de erkenning van de vrouwendag
Daarbij begon ze luid op te zingen
Terwijl haar armen wijd open gingen
Links die recht staande contrabas van bach
Rechts die linkshandige hand die ik zag
Van iemand die zich er bij wou wringen
Of was het de trompettist verdringen
Omdat hij er bijzat gans van de slag
Toen ie opeens twee blote schouders zag
Die heen weer zo aan een ketting hingen
Als kon acht maart zich niet meer bedwingen
Die zangeres was plots van vreemd gedrag
Trok de schilder hard dichtbij in haar rag
Hij mocht de rode loper indringen
Als de kinderen op haar toon springen