Het kriebelt om mijn wang,
zo duurt het wachten lang.
Ik heb toegegeven aan mijn drang,
om te plassen.
Ik hoorde net de zuster praten.
Ze had het niet tegen mij.
Ze heeft wat aan mijn slangetjes gedaan,
is toen weer weggegaan,
straks komen ze me wassen.
Dat was tenminste steeds al zo.
Mijn wang kriebelt nu nog meer.
Mijn lichaam doet zo'n zeer,
en mijn luier is nat.
Een jong verpleegstertje verteld haar collega,
over haar huwelijksfeest.
Het is zooo mooi geweest.
Maar ze had het niet tegen mij.
Wanneer krijg ik mijn bad?
Mijn ogen zien niet,
mijn mond wil ook niet meer,
mijn wang kriebelt verschrikkelijk,
ik maak me hierom ontzettend druk.
En mijn tong voelt als van leer.
Een arts was lange tijd in mijn kamer.
Schrijft andere medicamenten en behandeling voor.
Praat tegen een zuster alsof ik er niet ben,
hem niet hoor.
Och, mijn strijd is gestreden,
heb veel geleden,
de hoop nu opgegeven,
om nog lang te leven.
De nachtzuster komt net binnen.
Haar taak gaat nu beginnen.
De hele nacht lang.....
Zachtjes neuried ze een lied,
terwijl ze mijn luier verschoont.
Ik hoop dat ze mijn glimlach ziet,
en ooit nog eens zal weten,
hoe welkom ik haar heb geheten,
toen ze haar hand liet gaan over mijn wang.
Waarbij mijn kriebel verdween.
Ze sprak me aan bij mijn naam,
en ik was.....
niet meer alleen.