die laatste zondag stond ik met tranen te dweilen,
Jij in de huiskamer te ijlen,
die laatste zondag zag ik het aankomen,
jij af en toe in diepe dromen,
die laatste zondag af en toe nog bij,
en keek je soms nog blij,
die laatste zondag zei ik : ik hou van jou,
je vroeg je af waarom zei ik dat nou!
die laatste zondag dat ik naar je mocht kijken,
Voordat de kanker je liet bezwijken.
Die laatste zondag zag ik nog je lach,
Wat was die laatste zondag een goeie dag.
Die laatste zondag zal ik niet vergeten,
Je had zelfs zo goed gegeten.
die maandagmiddag zou je laatste zijn,
Papa, mama en ik zullen je missen, Stijn.