Troost.
Jij, die haar deed herleven,
toen zij bittere tranen weende
door de woorden soms verward,
’t hart in duizend stukjes brak.
Nu wil zij jou helpen,
d’oude pijn en leed te stelpen,
jouw steun en toeverlaat te zijn
zodat het licht ook jou beschijnt.
Onze handen aan elkaar geketend,
als een verbodenheid getekend,
een mensenhart is zo verwarmd,
als het met liefde wordt omarmd.