Een veertje is zo zacht.
Die doet vliegen bij weinig windkracht.
De wind die het veertje sturend doet vliegen.
Ik, ik ben zo kwetsbaar.
De wereld om me heen doet me suizen in een wereld van gedachten en gevoelens.
De onrust laat me varen in de tunnel van mijn eigen gevoeligheid.
Soms voelt het dat dit de kwaal is waar ik aan leid.
Daar in die tunnel zijn zonnestralen die me af en toe doen remmen.
Die zonnestralen die me zo helpen.
Maar ’t is niet genoeg om mezelf te laten stilstaan.
Nu zo wonderlijk.
De kruising.
Ik kan verder de tunnel in.
Ik kan er ook uit.
Wat doet mijn hart?
Het liefst wil ik weg uit deze smart.
Ik wil eruit.
Ben ik sterk genoeg om mezelf te bevrijden uit deze stroomversnelling?
Liefs Strerkerots.