Ik sta buiten en de zon schijnt.
De stralen reflecteren fel op het witte balkon.
Mijn zwarte fluwelen jurk wiegt mee met de wind.
Bloedrode rozen versieren de tuin.
Ik ga naar binnen, naar de ronde zaal met marmeren zuilen.
Daar zit je, aan de piano.
Fonkelende geluiden komen op me af.
Ik kom naast je zitten, samenspel.
Stilte.
Je staat recht en legt een oude langspeelplaat op.
Samen dansen we, zoals we nog nooit gedanst hebben.
Ik voel de passie en het verlangen
van men engelen tot leven komen.
Ik beweeg.
Jij beweegt.
We zijn één en ik laat je niet meer los.