Ze heft haar ogen op
en staart naar de wolkenlucht
een grijze massa aanengesloten
een sombere trieste dag
zo voel het ook van binnen
donkere grauwe leegte
een traan rolt over haar wang
waar is haar vrolijke lach
verdwenen in het niets
de mond een rechte streep
de ogen dof en zonder glans
verdwenen levenslust
de passie is gedoofd
het brandende vuurtje
in haar hart
voor altijd uitgeblust
de eenzaamheid
die maakt haar ziek
ontneemt de lust
om verder te leven
toch zit er diep van binnen
een heel klein sprankje hoop
die haar op zijn tijd
weer levensmoed zal geven