Een ziel
Een ziel als verwrongen staal
Overwoekering zonder taal
Een warboel van gedachten
Die bloemenpracht versmacht
Alle stengels meermaals geknakt
Wortels uit de grond gerukt
Het oog gericht naar donkere lucht
Hier loopt hij, die dreigt te verliezen
Geen uitzicht meer, geen visie
Armen gespreid, lucht verzamelen
Trillend lichaam, bevend verlangen
Alles is hem wreed ontstolen
Het hoofd tolt als een watermolen
Een klein puntje licht, nog ver en laag
Zichtbaar, 't nadert tergend traag
De ziel zal stil en strak zich rechten
De overwoekering berechten
Bloemenpracht doen schitteren als voorheen
De stengels rechten zich meteen
Wortels drinken gulzig nieuw leven
Het oog kan weer in 't water schijnen
Muizenissen …. Verdwijnen