Bij ons in’t bos woont een paardje
Maar het is een vreemde snuiter
Aan zin kin hangt een klein baardje
En ook heeft het geen ruiter
En zijn vacht lijkt wel van parelmoer
Het is zo glanzend wit en zacht
Net moeders geboende vloer
“Een sprookjesdier,” is wat ik dacht
Want op zijn hoofd draagt het iets geks
Een hoorn van wel een meter lang
Een paard betoverd door een heks?
Of misschien door tovergezang?
Het dier schiet weg in vlug geren
Telkens als ik dichterbij wil komen
En als ik er dan bijna ben
Ontwaak ik uit mijn dromen
Cindy