Vol energie spring je ’s morgen op je fiets,
“mam ik mag weer naar school, maar die berg vind ik niets.”
Gelukkig krijg je van mama een duwtje,
“kijk eens hoe snel ik ga!”
Je parkeert gauw je fiets en je bent al weg,
wat zijn mama en Naomi traag zeg.
In de klas nog gauw een verhaal dan een kus,
een knuffel en aai aan je zus.
En de klas begint,
om 12 uur ben je een wervelwind.
Thuis gauw wat eten,
niet je melk vergeten.
Dan weer gauw naar school en m’n klas,
“geloof me maar ik ben in mijn sas.”
Kwart over drie de schooldag is voorbij,
Je fietst naar huis, zingend en blij.
Gauw wat drinken en dan buiten spelen,
nee je hebt geen tijd meer om je te vervelen.
Twee maanden terug kon je echt een draakje zijn,
en nu kerel gaat het zo fijn!
Wat was jij toe aan school en aan nieuwe dingen leren,
Je weet ons steeds weer meet wat nieuws te vereren.
Een knutsel, nieuw lied of een nieuwe vriendin,
Je hebt het nu weer helemaal naar je zin!
Wij genieten van je nieuwe verhalen,
Die je met woorden, handen en voeten probeert te vertalen.
Van al je nieuwe belevenissen,
Waar we (vooral mama) vel van moeten missen.
Geregeld horen we je zeggen; “Ik ben nu groot”,
maar na het avondeten kruip je bij ons op schoot.
Moe maar ongelooflijk voldaan,
laat je je grootheid even gaan.
Ineens klinkt een klein stemmetje; “Ik ben zo moe,
mag ik zo naar bed toe?”
Lieve grote knul we zijn zo trots op jou,
je leert zo vlug en gauw.
Naar school, zonder te wennen, gaat gelijk zo goed.
we zijn zo trots op hoe je alles doet.
Ja lieverd je bent groot,
maar je mag best even klein zijn bij ons op schoot!