Zijn vrouw staat voor hem scheldend,
te laat thuis, weer niet gebeld.
Hij maar stug tegen haar volhouden,
dat de file hem had geveld.
Collega's maken grapjes over hem,
hij is de eeuwige pispaal.
Elke foute manier van kijken,
elke zucht is hem fataal.
Op weg naar huis de middelvinger,
ook op het asfalt is hij de lul.
Een man draait zijn raampje open,
'Tering mongool', luid het gebrul.
Hij zet zijn auto langs de kant van de weg,
loopt het bos in en kijkt naar boven.
Er volgen donkere worken en een stem,
'Morgen ga jij weer in jezelf geloven.'
We leven nu 2 weken verder,
hij is single, geen baan en dakloos.
Onder de brug hoor je hem lachen,
hij is de man die eindelijk voor zichzelf koos.