Wat maakten wij het de mensen onveilig benard
Maar ja mijn eerste schoolvriendje noemde ook Bernard
Toch kon ik hem de schuld niet geven van mijn drie hoog
Toen ik er op het dak in de goot overheen vloog
Ook niet van die eendaags bestellingen in het zwart
Toen alle leveranciers voor niets waren gestart
En ik mijn daad vergeten er stond met mijn keel droog
Hen allen toch nog een hele reeks foefjes voorloog
Of toen wij maar beiden dan nog gans dom en verward
Onze directeur met wat suiker hadden getart
Zodat zijn pas gekochte wagen niet meer bewoog
En dat dan nog al onder zijn woedend wakend oog
Geen wonder dat men mij ook opvoedde bikkel hard
Tot oma’s grote zorg en diepgelovige smart
Voor haar klonk mijn uitleg als een troostend dialoog
Want als enig kleinkind droeg zij mij nauw aan het hart