Hoe gevaarlijk jong is zal ik je niet durven vertellen,
hoe lang ik je nog moet missen is onoverzichtelijk.
De speet maakt alles glashelder, behalve je ogen,
vermoeden dat alles eens afbreken zou,
hoe moet ik verder leven zonder jou,
en (god ik haat dit gedeelte) ik mis je!
Alles is anders nu, ik ben jou ook kwijt,
wat heb je gedaan?
Hoe lang zal ik nog moeten liggen, verlangend naar een woord,
een nieuwe brief of een kort telefoontje,
gewoon even iets, omdat ik je mis,
je troostende woorden waren vanzelfsprekend,
maar zijn nu zo gemist, verloren in de toekomst,
met mijn ware liefde, maar zonder jou, mijn liefste vriend.
Hoe kan ik je vergeten, je foto ligt in de prullebak,
met je gezicht naar boven, je lacht nog altijd,
steeds als ik langsloop kijk je me aan alsof je praten wilt,
en als ik dan omdraaien wil kijk je zo bedroeft.
Ik zou je op moeten pakken, een paar woorden met je spreken,
en je weer terug leggen waar je hoort.
Ik mis de tijden toen we nog samen waren, gewoon,
geen pijn maar lach, geen traan maar woorden.
Hoe heb ik kunnen vergeten dat je van me gehouden hebt
met dezelfde liefde die ik voor je voelde, toen.
Je hebt me leren liefhebben, vergeven, maar niet vergeten,
je hebt me leren omhelzen met honderden kilometers afstand,
ik heb je lief gehad, oneindigheid kent opeens zijn einde.
Liefde kent z'n grenzen en laat het niet buiten de perken glijden
je bent je baantje kwijt en kan weer onkruid schoffelen
in de tuin van iemand die je nie kent.
Het spijt me.