Sinterklaasje was in ons land,
liep met zijn pieten hand in hand.
Dagenlang dwalend door de straten buiten,
en keken overal eens door de ruiten.
Ze zagen kindertjes dansend in het rond,
waar de sint perplex van stond.
Ze stopten hier en gingen naar binnen,
en lieten ze zingen met mooie zinnen.
Hij strooide snoep in het rond,
en legde de cadeautjes op de grond.
Hij ging snel verder naar de volgende kinderen kring,
waar hij ook weer even naar binnen ging.
En zo vloog 5 december al snel voorbij,
terwijl hij op het eind iets tegen zijn pieten zei:
Ik ben nog iets heel belangrijks vergeten,
waar jullie zeker iets vanaf moeten weten.
Op het Riagg Roermond komen een heleboel mensen,
met voor elkaar de beste wensen.
Ze staan altijd voor elkaar klaar,
met woorden of een lief gebaar.
Pieten, al moeten we nu naar huis gaan,
we kunnen hun toch niet over slaan?
Laten we ze allemaal een kleinigheidje bezorgen,
ook al komt het niet aan morgen.
Beter anderhalve week te laat dan niet,
er is toch niemand die dat ziet.
En zo is het dus echt gegaan,
de sint heeft ons niet in de kou laten staan.