Vervloekte teddyberen!
Soms hoop ik nog heel even te omarmen.
Vergeet wat ik hoop, leef met de eenzaamheid,
laten wij wegrennen van alles wat ons samen bind,
jij zuid, ik noord, naar de moestuin,
om me dood te vreten aan de sla blaadjes,
tot jij me vind, en de poeder van mijn gezicht blazen kan.
Mijn teddybeer tegen mijn hart geklemt,
zie hoe je wankelt, die wijn heeft je geen goed gedaan,
de open haard was te warm voor je vacht,
je dichtsels waren te kwetsend voor mijn hartje.
We zijn nooit écht konijn geweest.
I'll see you leaving,
with tears in my eyes.