Maar ze speelt trompet!
Ontplofte longen, dood geblazen katers,
geen bloed aan de muren vanavond!
Alle kaarsen worden dood gebeten door zijn mond,
open onmogelijkheid, opgegeten doodvonnis.
"Ik knabbel je laatste oortje af,
vergeef mijn egoïsme, ik haat non-symetrisme,
de dood ligt in mijn ogen, ik ken mijzelf nu goed genoeg."
Afgegeten lichaamsdelen vliegen rond,
wij zouden elkaar verliezen door de blaaskracht,
geen vijanden zijn geweldiger dan vrienden,
afgunst in haar ogen als hij het podium betreed,
hij heeft haar plaats in genomen.
"Maar, hij speelt ook trompet!"