Een van de vele dagen
Je zat in het donker helemaal alleen
Met het kussen in je armen gesloten
De deur op slot, je kon nergens heen
Afwachtend op wat zou gaan gebeuren
Een sleutel die nu knarst in het slot
Je weet dat ‘t gedaan is met de rust
‘N beeld vliegt tegen de muur kapot
Nog net op tijd kon je het ontwijken
Scheldwoorden vloeien uit zijn mond
Maar deze keer lijk je ze niet te horen
De woorden die sterven op de grond
Daar waar ze niemand verdriet doen
Langzaam zet jij een stap dichterbij
Je voelt een hand die jou hard raakt
Je weet het is nog lang niet voorbij
Klap na klap blijft hij door je slaan
Zo stil mogelijk blijf je maar liggen
Zodat je geen foute beweging maakt
Hij ziet niet dat hij je vanbinnen heeft
Gebroken, je hartje dat ermee staakt