Gemixte tweestrijd tussen leer en bont,
onverantwoord, dood gezworen,
losse woorden op het raam,
omdat zij niet vergeten is.
De hond ligt dood te bloeden,
het tapijt is niet wat zij verdient,
alles is geborgen, wij vergeten nooit.
Alles brand nu af tot aan de grond,
(zoals de Gamma hier)
geen witte muur met losse woorden,
zij zweert met dood, omdat het moet.
Zij wil vergeven en vergeten,
draait in losse woorden rond,
zwemt in rondjes, heel voorzichtig,
niets vermoedend op de grond.
Zij verlangt, totdat het schrijven,
haar laat zien dat zij toch ik is.
Losse woorden in de tweestrijd,
tussen dood en weerzin in,
gezworen, gezworen,
niets blijft eeuwig voortbestaan.
Zij is ik, en ik is zij.
Ik ... heb ... de ... hond ... vermoord
Losse woorden.. (toch)