het scheurt mijn botten, kreunt de pezen
‘k droom over warme zomer, niet dit nat
- helder toveren zonnestralen
regenbogen op het glas
luie zinderende lucht (waar ‘k was)
zoals mijn waken nu in nacht
zomert ’t mij, droom ik de wereld
omgeploegd en vingers strelend
door een warme schoot, ik die de sterren zie
als schittering in vrouwenogen
en ’t zweet stroomt mij over de lenden
zo guts ik binnenin de vrouw
de kou verdrijvend, nooit de liefde schenden
die waarde geeft; en ergens zweeft
altijd een vader, moeder
al noem ik beiden niet
want d’ ene heeft nooit echt geleefd (voor mij)
en d’ ander was mij nooit een hoedster.
sunset 16-06-2008