gezichten.
ik zie ze overal.
het lijkt wel een masker.
zonder gevoelens.
zonder gezicht.
zonder menselijkheid.
ik zie een masker.
en verder niks.
ik wil zo graag iets anders zien.
een mens, een dier.
dat doet me nou echt plezier.
ik hoop.
ik zou graag willen,
dat jij voor mij, je masker afzet.
voor mij.
je gevoelens uit.
je gedachten aan me voorleest.
en dat je me begrijpt.
zonder geheimen te hebben.
de lucht was roze.
de dood een héél stuk mooier.
maar nu.
nu jij je masker afzet.
wil ik verdrinken in je ogen.
opgaan in je huid.
samenvloeien in je mond.
je neus zacht aaien.
en samen op de wind meewaaien.