Ach, vroeger...
Nieuwsgierigheid is sterk, zeker als je jong bent.
Nu weet ik beter.
Eens was het een clown die ik zag.
Uiteraard de clown uit de film.
~maar ik was snel en hij was ruim 20 meter achter me
zijn ogen kon ik niet zien
zijn ogen konden de mijne niet vinden~
Het is van alles geweest
soms zo onschuldig ogen
dat waren de verradelijkste keren
Tot die ene keer
die
ene
keer
Noem het overmoed, levensmoe, nieuwsgierigheid, noem het alles behalve intelligent...
Sindsdien ren ik zonder om te kijken de verstikkende duisternis van het bos in.
Net als nu.
Maar er is iets.
Iets anders.
En ik kan mijn vinger er niet op leggen;
handen gespannen trillend van inspanning.
Probeer dan nog maar eens je vinger stil te houden, laat staan ergens op te leggen.
Na de eerste bomen, de overvallende duisternis van hun bladeren, de indringende geur en het gevoel ingesloten te zijn lijkt het bos te wijken.
Hier zijn de bomen ouder en geven de jonge aanwas geen kans.
Mijn passen klinken gedempter, mijn ademhaling wordt rustiger en in gestaag tempo ren ik door.
Na de tweede bocht op het door mezelf gebaande pad komt het water in zicht.
Een kleine glinstering tussen stammen in de verte verraadt het.
Onbewust haal ik diep adem,
maar geen zilte zeelucht.
Zompig groene geur dringt binnen.
Het inkzwarte water is niet oneindig maar keurig omcirkeld door stammen van berken.
Hun bladeren drijven in scholen op het oneindig diep ogende water.
Als ik het water op gepaste afstand passeer trekt iets bijna buiten mijn gezichtsveld mijn aandacht.
Tussen de vervellende berken, aan de overkant, liggen drie keurig,kleurige handdoeken.
netjes naast elkaar
op gepaste afstand
drie verschillende kleuren en maten
naast elkaar.
Zoals vroeger en
zoals ze altijd
zouden horen te liggen
voor altijd