Het kind zonder leven.
Heeft geen armen geen benen.
Kan niet zeggen wat ze wilt.
Kan alleen maar doen of ze gilt.
Het heeft geen leven , het is verkloot.
Door het ongeluk , het kind was bijna dood.
Het was snel gebeurt , ze was alleen.
Er reed een auto over haar been.
Ze was gewond en lag op de weg.
De auto was doorgereden, wat asociaal zeg!
Daar kwamen nog meer auto's ze reden gewoon over haar heen.
En daar gingen haar armen en het andere been.
Niemand kwam haar helpen , niemand stapte uit.
Het is nu een kind dat dag en nacht huilt.
Ze kan niks meer doen zonder haar rolstoel
Haar leven is 1 grote boel.
Er is nu niemand voor haar en niemand al er voor haar zijn.
Het kind met een handicap heeft dag en nacht pijn.
Voor mijn nicht omdat ze niks meer kan.
Ze lijd nu al bijna haar hele leven lang.
Er is echt niemand die haar helpt.
De mensen van tegen woordig denken alleen aan zichzelf.