Ik tel af.
De woorden waarmee ik jou leven gaf,
Kruipen terug mijn hoofd in. Mijn hart pulseert
Niet langer in mijn hals. Tranen kijken op
Hun stappen terug, en draaien zich neerslachtig
Om. Emoties naaien mijn borstkas weer dicht.
Jouw oppervlak vertroebelt, daar je de stukken
Van jezelf terug opraapt. ‘k Weet dat je jezelf hebt
Gebroken, louter en alleen voor mij. Omwille van
De steun die ik niet kon bieden.
Maan en zon ontmoeten elkaar. Verliefd
Legt het meisje haar hoofd op zijn borst.
Dat ik in die gedachte mag blijven leven.