De nacht brengt de slaap
mijn lijf komt tot stilstand
maar m'n ziel verzet zich tegen rust
de maan schijnt helder
bereikt vele plekken op de aarde
dus ook waar jij bent
daar waar iedereen je kent
verlicht het de hemel
zo ver weg
wetende dat je kijkt
als gelijke je hart bereikt
houdt het m'n binnenste wakker
om te dromen
maar als de zon dan zachtjes
kietelend m'n lichaam probeert te wekken
ik de slaap m'n bloed uit voel vertrekken
zijn m'n ogen moe
moe van het geklapper van de ramen
door gordijnen die open bleven
als aan gedachtes vastgekleven
omdat de ziel naar buiten wilde kijken
kijken naar dezelfde maan
versierd door dezelfde heldere sterren
welke smaken naar hetzelfde zout
dat ik in het donker liet stromen
'een week lang niet in de spiegel kunnen kijken
maakt mij er niet mooier op'