Schonijn! Schonijn!
Laat je niet bijten
door het giftig venijn!
Ga er liever op schijten!
Schonijn zo teer en zo
kloek als een pul
dat ik met stro
uw keelgat vul!
Schonijn! Niet
terstond maar wel
in het riet
Menig kikker zonder vel!
Schonijn kwaadgezet
die likt, schonijn, die boft,
uw kop en uw buik, van al dat vet,
Schonijn, 't moest zijn, ontploft!