Men deponeerde zijn behoefden in de gracht
het water waarin men zich waste en vaak uit dronk
een apart kamertje aan de kasteelmuur vastgemaakt.
dat water wat naar rotte eieren stonk.
die maakte vaak deel uit van het meubilair
in de kamer neergezet
Lodewijk de veertiende die was nog niet zo preuts.
met zijn billen bloot ontving hij vaak zijn onderdanen.
en zonder schaamte gezeten op zijn gemak
koninklijk
en lak
aan ieder die dit maar vond stinken.
gewoon doorging met zijn eten en zijn drinken
waren latrines en poepdozen neergezet
meervoudig en gezeten op dit koninklijk gebeuren
ging men de lucht verrijken met wat geuren.
maar zelfs voor die tijd toch wel smerig
koos men de tuin, dat vond men heerlijk
of binnen achter de gordijnen zich ontlastte.
en alles in de hoeken koninklijk beplaste
de stank werd onhoudbaar ten paleizen
de hofhouding verkaste en verreisde
naar een nieuw en proper onderdak
waarna men vervolgens weer door overlast
ziekten en walgelijke geur
verkasten naar een volgend deur.
maar van schade en schande werd men wijs
in de loop der eeuwen na de cholera en pest
maar nochtans hadden men kouwe kak
en lak aan
ongezonde mensenmest
ela: | Woensdag, april 08, 2009 00:41 |
En door het feit dat ze met velen waren, waren er vele neuzen en als alleman wat rook was het snel op. ela |
|
Auteur: Leon Larssen | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 08 april 2009 | ||
Thema's: |