De zin van mijn wezen
vliegt aan mij voorbij.
De zin van mijn wezen
wil zich niet meten met
de staafjes van de tijd.
Het wil verdergaan
herbronnen en opnieuw leven.
Het wil verlossing
zoals nooit tevoren.
Dat onderdrukte wezen
wil rebelleren,
dat wil zijn vleugels uitslaan
en dan verder zweven.
Ongehinderd door
de zin van mijn denken,
gaat het verder,
verder dan het zuiden
noorden wordt.