Duinrondje.
Daslook , als witte weide
omzoomd door ’t jonge groen
van bomen met hun prille blaad’ren.
Een lafenis in al hun doen.
De meidoorn in twee varianten
roomwit en rose , met bloemenzee.
Cipreswolfsmelk ,groengeel en giftig.
Een boszandoogje vliegt met mij mee.
Seringen in hun tere kleuren
pronken tussen de dennen in ,
’t Aroma doet mij inhaleren.
Ademt een ware voorjaarszin.
Graafwespen spelen voor mijn ogen
en kruipen weg in ’t mulle zand,
om zich onzichtbaar voort te planten.
Geheimzinnig in gezinsverband.
De dodaar doet zijn roepstem horen,
maar zelf toch blijft hij buiten beeld.
Een pure duiker , klein en schuw steeds.
Een spannend wachten dat niet verveeld.
Alles is fris , je ruikt het voorjaar,
de kleuren spatten in het rond ,
als wedstrijd voor een eerste prijs .
Maar even mooi zo ik alles vond.
th