Pareloesters
onder het oppervlak van de strak-blauwe zee
of liever verder op de bodem
pareloesters verscholen in het mulle zand
wegzwemmende vissen met lodderogen
gaat de duiker met te grote zwemvliezen
recht op zijn doel af
zijn visnetje wappert achter hem aan; het grijnst
de leegte zal wel blijven
het mummelt, moppert over het niet gevonden transport
zijn touwtjes voelen als oude wijven
van nijlondraad gemaakt door vissersvrouwen
die altijd kijven en verstijven als de buit binnenkomt
het gaat namelijk om die ene parel
die hun monden verstomd maar wel doet grijnzen
Jannie