Aangezien hij nooit verzoekjes deed,
stelde hij het zelf maar voor. Ze vroeg
er om, ze zou het krijgen ook.
Sjors hield van zijn aambeien, van alle 88.
Liefkozend kon hij ze toespreken en hard met
ze lachen als hij weer een gruwelijk schuine
mop had, dan schudde hij op zijn stoel. Natuurlijk
moest hij wel oppassen dat hij niet teveel bewoog
want met aambeien wist je het maar nooit.
Lastig was het wel op de sportschool, douchen was
uitgesloten, hij noemde ze dan schaambeien, het
was immers geen gezicht. Maanden lang heeft Sjors
huidtherapie gehad want hij wilde er vanaf. De
overgebleven bagger werd als jam in 88 potjes
gestopt en bewaard voor later.
Na zijn eerste schuine mop kon hij tenslotte
gillen van de lach met 88 potten.