Heel lang zocht hij
naar de Waarheid in zijn leven
en steeds bij al zijn onvermoeide streven
kwam toch die ellelang preek
uit de bijbel of zijn hypotheek
de minister president of bij de kapper
de nieuwslezer of de rapper
Hoe meer ze zeiden hoe minder waar
bij elke zin pakte hij een schaar
hij knipte al die spraakwaterval en knopen
in stukjes en veegden ze op hopen
Hij vroeg aan iedereen steeds weer
wat toch wel de Waarheid was
en in de kroeg of op de straat
was iedereen beslist kordaat
dit was goed en dat was kwaad
die een schoft en die een held
Tot dat een spreker met een microfoon
verkondigde wat is het leven schoon
even leek dat dit de waarheid was
toen kwam Jezus er aan te pas
Een paljas in een regenjas
die uit een voddig blaadje las
Hij kon er 'nachts niet meer van slapen
hij schreef in grote letters in het rood
op de spiegel: Wat is Waarheid
niets dat hem te binnen schoot
zijn vrouw die alleen op roddels dreef
bij de theeleuten
op de Dreef
vroeg zich steeds af waar hij bleef
ze zag hem vaak soms hele dagen
peinzend in het weiland staan
En toen hij eindelijk thuis kwam
zei ze: Rien
wat heb je daar toch steeds te zien
je staat steeds met je kop voorover
alsof je ontbijt ligt in het gras
Dan mompelde hij soms even
Wat heb ik hier nou nog voor leven
het lijkt hier wel een kleuterklas
zoals de hele aardbol stinkt naar drek
vind je het gek
ik zoek een stek
ik heb haar eindelijk gevonden
Ik zeg het je maar onomwonden
zij is mijn enigste vriendin
Verdomme zeg wat een gedoe
het is een Waarheid als een koe !