Ik zit.
Denk aan niks.
Weet niks,
wil niks.
Droom over iets,
maar te ver weg.
Ik reik ernaar,
maar voel het nooit.
Strekkend mijn hand,
verder en verder.
Hij komt nooit aan.
Nooit voelt hij hoe het voelt.
Omdat hij het niet voelt.
Reiken zonder bereiken.
Dromend zonder dromen.
Niet denken aan denken.
Alleen reiken naar iets,
maar eigenlijk naar niets.
Alleen een wit licht.
Wil vergeten,
vergeven.
Het lukt niet.
Het wil niet.
Alleen dat witte licht.
In mijn droom.
In mijn gedachten.
Reiken naar iets dat ik niet kan bereiken.
Niet denkend,
maar dromend.
De omgeving is niet belangrijk meer.......