Eerst langzaam kruipen schaduwen
tussen naden en door kieren
noch licht noch ruimte schuwen
figuren die de muren sieren
bewegen tot verstrengeling van één
met velen samen tot één duister
standvastig als een muur van steen
ontsierd van kleur en luister.
Vanuit holle duistere ogen staren
schaduwwezen naar lege straat
waar bomen glimmend tranen baren
en de enkele lantaarn die daar staat
schaduw werpt tegen hemel en beton
en schijnt in zwakke lichtstraal
contouren scherp als van demon
door dit nachtelijk duister verhaal.