op de piano speelde zij noten, die
klonken vals in mijn oren.
Ze bleef maar proberen en proberen, maar valser werden de akkoorden.
Ze speelde een noot E als F en was met twee handen tegelijker tijd nog slechter op weg.
De buren hadden het over oordopjes, om het lawaai wat te sussen,
maar zij mijn moeder voelde daar niets voor, want zij was al aardig gewend onder tussen.