Gericht van Farao
Gericht van farao
Eertijds
hield farao gericht
- in het dertiende jaar zijner regering.
Hij was vol overmoed
en sloeg de handen aan de tijd...
Hij sprak drie woorden
tot zijn moeder :
“Gebenedijd zijt gij...”
En nog :
“Ik ben de hoeder van mijn broeder
niet...”
Hij was de tijd vooruit,
en wat het ook wezen mocht,
zijn besluit,
hij sprak het
eeuwen en dagen
te vroeg uit...
Eertijds
hield farao gericht
- in het dertiende jaar zijner regering.
Hij was vol overmoed
en sloeg de handen aan de tijd...
Hij sprak drie woorden
tot zijn moeder :
“Gebenedijd zijt gij...”
En nog :
“Ik ben de hoeder van mijn broeder
niet...”
Hij was de tijd vooruit,
en wat het ook wezen mocht,
zijn besluit,
hij sprak het
eeuwen en dagen
te vroeg uit...
Reacties op dit gedicht
| Sheena: | Maandag, april 22, 2002 22:00 |
| wijsheid kent geen tijd .... Sheena |
|
| pramodah: | Maandag, april 22, 2002 17:39 |
| maar wat is 2000 jaar in de eeuwigheid............. pramodah |
|
| Hanneke Eirinn: | Maandag, april 22, 2002 16:51 |
| Ramses II?? | |
| free: | Maandag, april 22, 2002 16:07 |
| zou t?welnee het was toen al het zelfde liedje... liefs free |
|
| MayadeBij: | Maandag, april 22, 2002 15:52 |
| Ze zijn wederom wonderschoon, weer graag gelezen (in stilte uiteraard) | |
Over dit gedicht
| Auteur: Babaji | 
|
|
| Gecontroleerd door: Firebolt | ||
| Gepubliceerd op: 22 april 2002 | ||
| Thema's: | ||