Onttakeld.
Zoals een mens niet meer in staat te spreken
zijn vinger opheft , aan te geven gaat
dat aan het einde van zijn leven
de hemelpoort hem op te wachten staat,
zo staat onttakeld na het felle branden
alleen de toren nog wijzend naar omhoog
als teken van een Goddelijk beloven
dat – ondanks al – nog door de wereld toog.
Daalt even nog een vogel om te rusten
op dit nog even omhoog wijzende beeld
alsof de hemel even ons nog wil getuigen
dat Hij onzichtbaar ons nog daag’lijks heelt.
Wegglijdend symbool als straks de stalen kaken
van onze maatschappij haar resten slecht.
Wij niet meer weten van een rijk verleden
waarin de basis van ons geloof is neergelegd.
Kerk en gemeente zijn ontheemd versleten
in een vergrijzing , vuur dat haar verteerd,
maar ’t Pinkstervuur zal zich opnieuw verspreiden
daar waar de zoekende zich tot de hemel keert.
th.