Niemand wist, niemand weet, wat zij doet
In de stad van glas en beton
Met al die mensen van steen en bloed
Waarvan geeneen haar bekoren kon
Maar is er thans een bloem die niet
als kasplant werd geboren
Dan verlost hij haar van haar verdriet
Dan volgt hij haar sporen
Doorheen het belachelijk groteske
bouwval dat wij "maatschappij" noemen
tot bij het eindeloos clowneske
Wiens naam ik eigenlijk niet wil roemen
Kortgezegd
Tot niemand anders dan tot mij