Vreemdeling van men hand
de storm der drachtigheid doorstaan.
Aanvallen van euforie achterhaalt bij
Gods gebeden.
Kapotgeslagen gebit door het vergif
der leven verzuurd.
Naturist in gedachten over de lelijkheid
van het mooie. Ik heb een vin,
vis-vin-.
Wroeging wroetend zoals een hond
zijn geslachtsorgaan van de vuilheid
ontdoet.
Gekraakte nagels vasthangend in
de vetheid van sinds weken ongewassen
haar.
Op men rug aanstaar ik de lafheid van
het hemels bestaan.