Mijn masker slaat mensen blij
Onder mensen
Maar geen mens nabij
Mijn geest krabt zalig vlees
Het eet
Het weet geen mensen
Wanneer ik mensen vrees
Mijn gezicht brengt angst
Het kijkt
Kijk weg,
Want ik kijk het langst
Mijn stem gromt als het beest
Naar iedereen
Als iedereen weg is
Vier ik feest
Mijn gedachtes marcheren strak
Ik ben,
Ik ken
Slechts een blauw pak