Uw dochter wil niet bij Quick werken.
Met de grootste trots en spijt moet zij u melden dat zij een nietsnut zal worden.
En wie weet vervult het u met vreugde te weten dat u aan de basis ligt van dit wansucces.
En ik weet dat u met schaamte moet toegeven dat ik niet vatbaar ben voor het bloedgeld dat u ooit verdiende, en waarin ik nu de branche mag voortzetten.
Opdat u met opgeheven hoofd de straat op kan, en volmondig mag toegeven dat zij uw dochter is.
Maar dat weigert zij, met heel haar hart.
En zij weet wel wat u denkt:
Zij is u, in geen enkel opzicht, van nut…
En misschien heeft u gelijk…